Reglement

 

ALGEMEEN SCHIETREGLEMENT.

Art.1. Alle schutters die deelnemen aan een schieting moeten verzekerd zijn tegen ongevallen,tegen derden in de schoot van hun gilde en in het bezit zijn van een geldige sportschutterslicentie. Als de schut(s)ter stopt met schieten, of hij/zij de 12 schietbeurten niet meer kan bewijzen dient betrokkenen de sportschutterslicentie in te leveren bij de schietsportfederatie waar hij de licentie bekomen heeft. Bij diefstal of verliest van de sportschutterslicentie dient aangifte bij de politie gedaan worden en een attest vragen van deze aangifte. Er moet dan een duplicaat aangevraagd worden van de licentie bij de sportfederatie. Bij de aanvraag moet het attest van de aangifte verlies of diefstal bijgeleverd worden.

Art.2. Iedere schutter heeft slechts een schietbeurt per schieting met uitzondering van een eventuele kaveling en de schutters tot maximaal twee die een onvolledige ploeg mogen aan vullen.

Art.3. Het is niet verplicht doch aangeraden dat de schutter en begeleider aan de schietstand het gildenhoofddeksel draagt, dit om veiligheidsoverwegingen.

Art.4. Vanaf de leeftijd van 16 jaar mag men deelnemen aan de schietwedstrijden indien men beschikt over een geldige sportschutterslicentie.

Art.5. Het schieten is verboden aan personen onder invloed van drank en:of verdoving.

Art.6. Het is verboden de karabijn geladen of niet, te richten op personen of eigendommen.

Art.7. De manipulatie van het wapen, zoals ontdoen van het trekkerslot, uitnemen uit de draagtas/koffer, laden, mag alleen in de schietstand op het ogenblik dat hij/ zij aan de stand voor de schietoefening. Bij het verlaten van de schietstand 5 moet het wapen terug in het koffer of draagtas of voorzien van het trekkersslot.

Art.8. Het wapen wordt steeds geladen de loop in de richting van het doel. Voor ieder schot is men verplicht te laden.(Inzet van kogel per kogel)

Art.9. Een schot wordt als geldig gerekend van het ogenblik dat de schutter, het wapen in de hand, de loop in de richting van het doel, het schot lost en de kogel de loop verlaten heeft.

Art 10. Een schot wordt als punt geteld telkens de klep tuimelt. En men aan de optrekkoord moet trekken om de klep in de goede stand te brengen.

Art 11. Per schietstand zijn maximum twee personen toegelaten bij de schut(s)ter. Dit om veiligheidsredenen en om een vlotter verloop van de wedstrijd te kennen.

Art 12. Na iedere schietbeurt is men verplicht om veiligheidsredenen de karabijn ontgrendelen en zien of de kamer leeg is.

Art 13. Eender welk merk van karabijn 6mm enkelvoudige kogel is toegelaten.De vizierkorrel moet balk of gesloten korrel zijn zonder streepjes in het vizier.Bijgeplaatste tunnel aan vizier en diopter is niet toegestaan. In bijlage een overzicht van toegelaten en verboden onderdelen aan een karabijn.

Art 14. Verbouwingen of toevoegingen zoals plakband op de loop , verlengen van de kolf bij de loop is niet toegestaan. Officiële vaste tussenstukken bij de schoudersteun bijvoegen is toegestaan. Dit om een gelijkheid te betrachten met de karabijnen met een verstelbare schoudersteun. Het is tevens verboden te schieten, met de haak, de riem en met lens in diopter en vizier.

Art 15. Nieuwigheden in de handel verkrijgbaar of bij aankoop van een nieuwe karabijn en niet opgesomd in de art.13 en 14., behoeven altijd voor aleer in gebruik genomen te worden goedkeuring van Bestuur en Algemene Vergadering. Deze beslissen of afgeweken kan worden van art.13 en 14. van het reglement. Zoniet mag er niet met die karabijn geschoten worden.

Art 16. Regelmatig zullen op de wedstrijden steekproefsgewijs wapens gecontroleerd worden. Of ze nog voldoen aan de voorgeschreven normen.

Art 17. Het is verboden te schieten bij twee (of meer) verschillende gilden (gemengde ploeg) op de officiële wedstrijden in het jaar.

Art 18. Aan invaliden worden bepaalde faciliteiten toegestaan indien dit nodig blijkt te zijn om normaal te kunnen schieten. De te nemen maatregelen worden door de jury in overleg met betrokkenen genomen ter plaatse.

Art 19. Lichamelijk kontact tussen begeleider en schutter is bij het schieten altijd verboden. Wel kan toegestaan worden door het dienstdoende bestuur- en jurylid om veiligheidsoverwegingen, bij schutters met een lichamelijke en geestelijke 6 handicap, dat door de verantwoordelijke van de gilde waar de schut(s)ter bij aangesloten is één hand tegen de kolf van de karabijn gehouden wordt.