Reglement

schut(s)ter gaat schieten

Art 1. Of de reserve schutter schiet voor de niet aanwezige schutter, of dat de niet aanwezige schutter schiet op een later tijdstip. Deze beslissing moet men meedelen aan het dienstdoend bestuurslid. Heeft men beslist dat de reserve schutter schiet dan worden de door hem geschoten punten bijgeteld in de ploeg waarin hij reserve staat en schuiven automatisch de reserve schutters van de volgende ploegen op. De niet aanwezige schutter(s) als die toch komt schieten moet (en) aan sluiten bij de laatste op gestelde schutter van de laatste ploeg.

Art 2. Als men beslist op het moment dat een schutter voor zijn schietbeurt niet aanwezig is en op een later tijdstip komt schieten dan moet hij/zij daadwerkelijk komen schieten in het overblijvend wedstrijdgedeelte. Bij het niet komen opdagen van desbetreffende schutter worden de punten van de onvolledige ploeg opgeteld.(de reserve schutter komt dan niet meer in aanmerking)

Art 3. De inschrijving van een ploeg bedraagt 2,50,-euro . Voor de losse schutter betaald men 0,25,-euro/schutter.

Art 4. Een ploeg op een puntenwedstrijd bestaat uit zes schut(s)ters en schieten ieder in het proefjaar 2013, zeven kogels. Zes eerste kogels op een klep van 30 mm en de laatste van de reeks van 7 kogels op een klep van 25 mm.(maximum 42 punten) Voor de wedstrijd juweel bestaat de ploeg uit acht schut(s)ters en schieten ieder in het proefjaar 2013, zeven kogels. Zes eerste kogels op een klep van 30 mm en de laatste van de reeks van zeven kogels op een klep van 25 mm. (maximum 56 punten) Vanaf de B ploeg is de mogelijkheid aanwezig om te komen tot een volledige ploeg deze mag aangevuld worden met maximum twee schutters als de ploeg uit zes schutters bestaat. En maximum 3 schutters als de ploeg uit 8 schutters bestaat. De schut(s)ters komen uit de vorige ploeg ( bv B ploeg moet aangevuld worden met schutters uit de A ploeg, C ploeg aanvullen met schutters uit de B ploeg, enz) en de schutters met de minste treffers, bij gelijkheid van punten kan men kiezen welke schut(s)ter(s) men aanvult.

Art 5. Om recht te hebben op een inrichting van de wedstrijd zand-leemstreek moet men ieder jaar met tenminste zes schutters aan de wedstrijden hebben deel-genomen.

Art 6. Bij extreem slecht weder en de wedstrijd is aangevangen, dan dient er verder geschoten te worden.

Art 7. Een gilde is in orde met de reglementering van het verbond. Als ze de volledige inzet ploeg betaald is en met tenminste 4 schutters geschoten heeft.

Art 8. Indien er gilden om onvoorziene omstandigheden niet hebben kunnen schieten en toch op tijd zijn ingeschreven, dan beslist de algemene vergadering op advies van het bestuur welke maatregel er genomen worden.

Art 9. Het is niet toegelaten om op de schietstand en daarbuiten een kogel met karabijn uit losse hand te schieten. De overtreder wordt uitgesloten van verdere deelname aan de wedstrijd en de geschoten punten geannuleerd.

Art 10.Iedere gilde is verplicht om voor een jurylid te zorgen dat tijdig aanwezig is aan de jurytafel. Om alzo de punten van de volgende gilde op te tekenen. Bij nalatigheid kan een boete van 12,50,-euro opgelegd worden. De juryleden mogen niet gestoord worden. Het is verboden voor onbevoegden in de jury-cabine te komen.

Art 11. Voor het kavelen mag de ganse ploeg vervangen worden. Deze ploeg moet wel behouden blijven voor de volgende beurten.

Art 12. Bij eventuele kavelingen met de ploeg wordt schutter/schutter geschoten als de wedstrijd dat toelaat.Vanaf meer dan drie ploegen in kaveling, de wedstrijdleiding beslissen om ploeg/ploeg te schieten en op meerdere schietstanden.

Art 13. Het voorschieten is bedoeld om de schutters die niet in de mogelijkheid zijn om aan de wedstrijd deel te nemen in de namiddag een kans te geven om de punten te schieten voor persoonlijk en de ploeg. Maar is niet meer een vrijblijvende gebeurtenis. Men moet effectief aangeven op het vooruitschietblad om welk tijdstip men wenst te schieten: Het voorschieten op een officiƫle kompetitiewedstrijd kan enkel op de dag van de wedstrijd. Voorwaarde is als men wilt vooruitschieten, dat men zicht zaterdag voor de wedstrijd van zondag registreert op het formulier daarvoor opgemaakt. Op dit formulier geeft men aan op welk uur men wenst te schieten.( tussen 7:30 en 8:00 uur of tussen 11:30 en 12:00 uur) en in welke ploeg men staat. Het opgegeven uur is heilig, moet aangehouden worden. Als men zich geregistreerd heeft voor vooruit te schieten moet men dat effectief ook doen op dat uur. Er is dan op die zondag geen andere mogelijkheid meer om op een ander tijdstip zijn punten te schieten. De voorschieters mogen de dag van de wedstrijd niet oefenen. * Als men vooruitgeschoten heeft in de voormiddag, is het verboden in de namiddag tijdens de wedstrijd die begint om 13.45 uur en eindigt om + 19.30uur aanwezig te zijn op de schieting. Bij overtreding worden de geschoten punten in de voormiddag geannuleerd. Schutters/schutsters die voor geschoten hebben kunnen niet als reserve op het wedstrijdformulier voorkomen.

Art 14. Het oefenen is op de zondag van de wedstrijd toegelaten van 08.00 uur (indien de schietstand vrij is) tot 11.00 uur. Op de dag van de wedstrijd juweel en individueel z.l.streek mag er niet geoefend worden. Men kan wel zijn punten voor de ploeg schieten altijd schieten zolang de wedstrijd niet afgelopen is. Er is geen officieel uur van vooruitschieten.

Art 15. Met de ploegenwedstrijd wordt altijd aangevangen op de uiterste optrekbare linker klep en dan volgens de aangegeven richtlijnen.

Art 16. Als de klep stuk geschoten is, dan wordt de klep vervangen door een ander klep die dezelfde hoek en afmetingen heeft. Bij de keuring van de schietaccommodatie moeten de reserve kleppen aanwezig zijn.