Reglement

ALGEMEENHEDEN.

Art 1. Iedere gilde dient te zorgen op de dag van de wedstrijd voldoende materiaal in zijn bezit te hebben, o.a kleppen van de juiste maat.

Art 2. Bord zal op iedere puntenwedstrijd beschikbaar zijn waar de geschoten punten op genoteerd worden.

Art.3. De oefenwedstrijden vallen onder de verantwoordelijkheid van de inrichter. Het Inschrijvingsgeld bedraagt 2,00, euro/ploeg. Dit naar de norm van alle gilden van Limburg aangesloten bij het verbond.

Art 4. Bij de oefenwedstrijden mag men de eerste kogel missen. Bij missen van de eerste kogel tellen de punten vanaf de tweede kogel. In alle andere gevallen tellen ze vanaf de eerste kogel.

Art 5. Bij het niet naleven van de reglementering heeft het dienstdoend jurylid het recht om klacht neer te leggen bij de voorzitter van dienst op de wedstrijd. De klacht moet duidelijk gemotiveerd zijn en mag niet in strijd zijn met de reglementering. Het aanwezige bestuur zal beslissen of de klacht terecht of onterecht is.

Art 6. Als de klacht gegrond is de bevoegdheid van het bestuur om de geschoten punten die in strijd waren met de reglementering te annuleren, en de punten in mindering te brengen op het puntentotaal voor schutter en ploeg.

Art 7. Bij zeer ernstige inbreuken op de reglementering heeft de algemene vergadering op advies van het bestuur. De mogelijkheid om de schutter te schorsen voor bepaalde- of onbepaalde tijd. Het gewest stelt tevens het provinciaal Verbond op de hoogte van de genomen beslissing.